1. Waar komt Dam vandaan
Het is eind 2011. De bankencrisis vers in het geheugen, zeg ik op gesprek bij de directeur Toezicht van de Autoriteit Financiële Markten: ‘Bereid je voor op decennia variëteit in geldland in dit deel van de wereld.’ Dertien jaar later – ik schrijf oktober 2024 - blijkt die voorspelling maar al te waar. De techniekontwikkeling. Het aantal geldvarianten nu. De opgelopen bloedneuzen. Het brede publiek gewend aan het idee dat je met geld kunt variëren. Geld is in de ogen van ‘Nederland’ nu een door mensen ontworpen systeem dat kan ontsporen, maar dat je ook kunt aanpassen en herinrichten. Bijvoorbeeld op wat de toekomst vraagt.
2. Onze vuile handen
Ik word er (weer) rebels van. Als, godbetere het, de rijkste ondernemer van de geïndustrialiseerde wereld heult met een xenofobe, haatzaaiende, veroordeelde bijna-president. Als het propageren van democratie in rechtsprocessen wordt veroordeeld als een aanval op de staat. Als onze nationale regering grossiert in plattitudes, cijfers negerend op een manier waar de honden geen brood van lusten, bij voorkeur achteruit navigerend, de toekomst ontwijkend, groepen tegen elkaar opzettend, terwijl onze cultuur er eerder eentje is van samenwerken. Als een onderzoeksjournalist in de hoofdstad er achter komt dat ze zonder gerechtelijke toestemming 30 jaar lang is geschaduwd door de AIVD.
3. Community geld voor scholieren
Stichting Dam gaf dertig middelbare scholieren een tijdlang parallel geld. Wat er toen gebeurde, smaakt naar meer. Ook buiten de onderwijswereld.
DAM deed met een dozijn partijen een opmerkelijk experiment. Geef middelbare scholieren die opgroeien in armoede, wekelijks zakgeld. Maak het besteedbaar bij een zo'n tien lokale middenstanders - een Hema, een belwinkel, een sneakershop, ijsjes, dat soort. Zorg dat die middenstanders de binnenkomende Dam direct kunnen converteren naar Euro. Coach intussen de scholieren in hun omgaan met het extra geld.
